Samenvatting Microbiologie - Studietaak 1 – Introductie microbiologie en algemene bacteriologie - Studeersnel (2024)

Microbiologie samenvatting

Vak

Microbiologie (TLSC-MB4V-17)

95Documenten

Studenten deelden 95 documenten in dit vak

Universiteit

Hogeschool Utrecht

Studiejaar: 2023/2024

Aanbevolen voor jou

  • 41aantekeningen Microbiologie tijdens de collegesMicrobiologieCollege-aantekeningen100%(1)
  • 35Samenvatting MicrobiologieMicrobiologieCollege-aantekeningen100%(1)
  • 49Leerdoelen molbioMicrobiologieCollege-aantekeningen100%(1)
  • 70Microbiologie Samenvatting alle leerdoelen + oefentoets met antwoordenMicrobiologieSamenvattingen100%(11)
  • 28Microbiologie samenvattingMicrobiologieSamenvattingen100%(6)

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Andere studenten bekeken ook

  • Protocol voor Neutralization Assay
  • Samenvatting les 4 microbiologie
  • Bacterie namen met kenmerken
  • aantekeningen les 3 microbiologie
  • Elisa verslag microbiologie
  • Microbiologie les 1 - les 1 aantekeningen

Gerelateerde documenten

  • 2023 07 29 notebook 52776-1
  • Leerdoelen molbio
  • aantekeningen Microbiologie tijdens de colleges
  • Kennistoets Microbiologie
  • Samenvatting Microbiologie
  • Onderzoeksverslag VL3402

Preview tekst

Studietaak 1 – Introductie

microbiologie en algemene

bacteriologie

Theorie

Microbiology an introduction – 13e edition, 2020  H1 The microbial world and you o Blz. 27 tot blz. 40 Microbes and human Welfare  H14 Principles of disease and epidemiology o Blz. 424 The etiology of Infectious Diseases tot blz. 426 ‘Classifying Infectious Diseases’  H3 Observing microorganisms through a microscope o Blz. 78 - 81 Light Microscopy o Blz. 82 - 84 Fluorescence Microscopy tot Two-Photon Microscopy o Blz. 91 Differential Stains tot blz. 92 ‘Acid-Fast Stain’  H4 Functional anatomy of prokaryotic and eukaryotic cells o Blz. 98 tot blz. 117 Inclusions o Blz. 118 ‘Endospores’ tot blz. 120 ‘The eukaryotic cell o Figuur 4.  H6 Microbial growth o Blz. 185 Culture media tot blz. 186 Anaerobic growth media and method o Blz. 188 Selective and Differential media tot blz. 189 Enrichment Culture o Blz. 191 The growth of bacterial culture tot 195 Direct measurement of Microbial growth

Leerdoelen

 Kan de verschillende groepen micro-organismen naar domein indelen. Kan de verschillen tussen prokaryote en eukaryote cellen benoemen en eigenschappen van de groepen benoemen. Kan voorbeelden noemen van hoe micro-organismen de mens en de omgeving beinvloeden. Kan vertellen wat de bijdrage aan de microbiologie is geweest van de in de les genoemde personen. Weet wat de begrippen facultatief en obligaat of strict (an-)aëroob betekenen. Kent de morfologie en bouw van bacteriën en kan de verschillende celonderdelen beschrijven met de bijbehorende functies. Kan de verschillende manieren die bacteriën gebruiken voor horizontale genoverdracht beschrijven. Kan uitleggen wat endosporen zijn en weet welke bacteriën deze kunnen vormen. Kent het principe van de Gramkleuring en weet wat het effect is van de verschillende stappen (wordt niet in de les behandeld, zelfstudie). Kan uitleggen hoe een bacteriële groeicurve eruitziet. Kan uitleggen of een groeimedium electief en/of selectief, complex dan wel gedefinieerd is (wordt niet in de les behandeld, zelfstudie).

Eukaryoten: Planten, dieren, algen, protozoa en schimmels.  DNA is verpakt in een membraan omgeven kern en cellen bevatten organellen waarin specifieke cel functies plaatsvinden.  Genoom: o Linear chromosomes within nucleus. o Much larger/more DNA (up to billions of base pairs).Gemeenschappelijke eigenschappen microbiële cellen:  Cytoplasmic (cell) membrane: Barrier that separates the inside of the cell from the outside environment.  Cytoplasm: Aqueous mixture of macromolecules, small organics, ions and ribosomes inside the cell.  Ribosomes: Protein- synthesizing structures.  Cell wall: Present in some microbes, confers structural strength.

Belangrijke personen in

microbiologie

Robert Hooke (1635-1703)

First to describe microbes (Micrographia in 1665).

Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723)

First to describe bacteria. Eerste persoon die bacteriën ontdekte met een eigen gemaaktemicroscoop.

Edward Jenner

Ontwierp een vaccinatie tegen pokken, door koepokstof in mensen te injecteren.

Louis Pasteur

Chemicus en microscopist die ontdekte dat alcohol fermentatie een biologisch (en niet alleenchemisch) bemiddeld proces was.  Using the swan-necked Pasteur flask, he disproved theory of spontaneous generation  Life arose spontaneously from nonliving material.  Pasteuriseren: Pasteurisatie/Als je dingen verhit dan kun je micro-organismen dood maken.

Ignaz Semmelweis

Vrouwenarts in de 19e eeuw en zorgde voor een bestrijding tegen kraamvrouwenkoorts door handente wassen met chloor.

Robert Koch (1843-1910)

Leverde experimenteel bewijs voor micro-organismen als veroorzakers van infectieziekten. Hierdoorkwamen de veroorzakers tot de ontdekking van anthrax, tuberculosis en cholera.Ontwikkelde vaste voedingsbodems om pure kweken te kunnen maken en observeerde de diversiteitaan kolonievormen en kleuren.Koch postulaten: Een aantal regels om uit te kunnen maken of een bepaalde ziektekiem de oorzaakvan een bepaalde ziekte is.

Alexander Fleming

Dia 42

James Watson, Francis Crick en Rosalind Franklin (Jaren 1950)

Deze drie mensen kregen het voor elkaar om een zichtbare structuur te maken van DNA.

Carl Woese

Maakte een rRNA verwantschap voor het bouwen van de “Tree of Life”.

Jennifer Doudna en Emmanuelle Charpentier

Deze twee vrouwen kregen een nobelprijs voor het maken van een aanpassingssysteem. Om preciezemodificaties in DNA en ook in andere (eukaryote) cellen mogelijk te maken. Hierdoor kunnentoepassingen in genetische modificaties worden gedaan en reparaties van gen deficiënties.

Hans Christian Gram

Onderscheiden van bacteriën op een enkele of dubbele plasmamembraan laag.

Celademhaling en fermentatie

Facultatief: Optioneel.

 Gram positieve bacteriën doen dit via directe cel-cel hechting. Gram negatieve bacteriën doen dit via pili.Transductie: Overdracht van genetisch materiaal door middel van fagen of je bitch.Transformatie: Opnemen van DNA uit een vreemdeomgeving. Competente cellen: Moet iets doen, DNA kan zeredden en nemen ze op.

Endosporen

Endosporen: Beschermen bacteriën tegen stressvollesituaties.Sporen vorming :  Komt alleen voor bij gram positieve bacteriën (Clostridium en Bacillus).  Sporulatie onder invloed van stress bij gebrek aan glucose en zuurstof. Bacterie is gedehydrateerd en metabolisch niet actief.

 Bevat DNA, RNA, ribosomen, enzymen en enkele andere moleculen. Minimale eenheid om te overleven. Zeer resistent tegen hitte, kou, droogte en bestraling. Kieming (germination): Door fysische en chemische triggers, 1 endospore ontkiemt tot 1 nieuwe bacterie en kan tot duizende jaren blijven leven.

Virus vermenigvuldiging

 Kan de verschillende stappen die plaatsvinden tijdens de vermenigvuldiging van virussen in cellen uitleggen; daarbij kunnen de verschillende replicatiestrategieën worden gereproduceerd.Vermeerderingscyclus: Hechting en adsorptie. Penetratie. Ontmanteling. Synthese van virale componenten. Assemblage. Rijping en vrijkomen.

Kweek en diagnostiek

 Kent methoden voor virale kweek en detectie. Kent de op de slides genoemde methoden voor diagnostiek van virale infecties. Kan uitleggen wat een cytopathologische effecten (CPE) van een positieve virus kweek is.

Mutaties en ontstaan tumoren

 Kan uitleggen wat een "oncogeen virus" is en hoe infectie kan leiden tot tumoren en herkent voorbeelden van oncovirussen. Kan uitleggen waarom virussen die gebruik maken van virale polymerases snel muteren.

Studietaak 3 – Principes van

infectieziekten en EID

Theorie

 H1 The microbial world and you o Blz. 42 ‘Microbes and human disease’ t/m blz. 45 H14 Principles of disease and epidemiology o Blz. 419 tot blz. 439 'Epidemiology' o Blz. 439 ‘Epidemiology’ t/m blz. 444 doorlezen incl. clinical focus blz. 443

Leerdoelen

 Kan de verschillende vormen van symbiose benoemen. Kan het belang en de betekenis van normale microbiota uitleggen. Kan factoren noemen die bijdragen aan het ontstaan van opportunistische infecties. Weet wat wordt bedoeld met een infectieziekte en kan de in de les genoemde termen zoals klinische, latente en systemische infecties gebruiken om een infectie te karakteriseren. Heeft inzicht in de verspreiding van infectieziekten (epidemiologie), en kan bijbehorende begrippen zoals uitbraak, transmissieroute (Opdracht op Canvas), reservoir, incidentie en prevalentie gebruiken. Kan het belang van fylogenetische analyse en contactonderzoek tijdens een (mogelijke) epidemie uitleggen. Kan oorzaken van ziekenhuisinfecties en de voornaamste typen ziekenhuisinfecties benoemen.

Samenvatting

Microbiota en symbiose

Soorten symbiose:  Commensalisme: Een organisme profiteert, de ander heeft geen belang bij de symbiose.  Mutualisme: Beide organismes profiteren van de symbiose.  Parasitisme: Een organisme profiteert, de ander is de symbiose ter nadelen van hem.Competitieve exclusie: Door te groeien op een plekconcurreren de goeie bacteriën met deziekteverwekkers.Normale microbiota: Micro-organismen diestandaard in ons lichaam voorkomen die kunnenhelpen met het voorkomen van infecties.

Acute infectie: Ontwikkeld snel maar duurt kort.  Influenza virus.Chronische infectie: Ontwikkelt vaak langzaam enheeft langdurige symptomen.  Hepatitis B, Q-koorts en tuberculose.Latente infectie: Micro-organisme in steeds inactiefaanwezig en worden onder bepaalde omstandigheden actief.  Geen verspreiding.  Koortslip door Herpes simplex.  Gordelroos na Varicella zoster (waterpokken).Systemische infectie: Infecties waarmee het gehele organisme ziek wordt.

Epidemiologie

Epidemie: Wanneer bij een gewoon groot aantal personen dezelfde ziekte tegelijkertijd voorkomt.  Griepepidemie in Nederland.  Verwekker van een epidemie: o Is pathogeen en kan zich langdurig en goed handhaven in de mens. o Besmettelijkheid bepaald de epidemiologie. o Transmissie vindt plaats voordat het micro-organisme de gastheer doodt.  Zelden epidemieën in gebieden met: o Goede riolering. o Drinkwaterzuivering en dagelijkse controle. o Keuringsdienst van waren. o Verplichte melding van bepaalde besmettelijke ziekten. o Vaccinaties. o Goede gezondheidsvoorzieningen.Pandemie: Epidemie in een groter verspreidingsgebied (één of enkele werelddelen).Endemie: De ziekte is altijd aanwezig in een bepaald gebied.  Malaria in (sub)tropische gebieden.

Uitbraak: Plotseling voorkomen van een ziekte in de populatie en een plotselinge stijging van hetverwachte aantal ziektegevallen.Transmissieroute: Overbrengen van een ziekte.  Mechanische transmissie: Aspecifiek transport van micro-organismen, voornamelijk door insecten.  Biologische transmissie: Micro-organismen maken een ontwikkeling door bij een tussengastheer, zorgt voor specifieke overdracht, zoals bij malariaparasieten in muggen.Reservoirs: Plek waar de pathogeen gewoonlijk leeft.  Menselijke reservoirs.  Levenloze reservoirs. o Water en grond.  Dierlijke reservoirs. o Zoönose: Humane infectieziekte veroorzaakt door een pathogeen die van dieren afkomstig is.Prevalentie: Het aantal patiënten op een bepaald tijdstip, of in een gedefinieerde periode in eengedefinieerde populatie.  (Aantal aanwezige ziektegevallen/totale populatie)*100%Incidentie: Toename van het aantal patiënten in een gedefinieerde populatie gedurende eenbepaalde periode.  (Aantal nieuwe ziektegevallen/totale populatie)*100%

Fylogenetische analyse

Fylogenetische analyse: Onderzoek naar de evolutie van organismen uit gemeenschappelijkevoorouders en niet zozeer de overeenkomsten tussen verschillende organismen.Contactoverdracht.  Direct contactoverdracht.  Indirect contactoverdracht: Met behulp van een (levenloos) transportmiddel.  Druppel transmissie: Korte afstand.  Aerosolen: Overdracht via de lucht. o Hoe kleiner, hoe langer in de lucht. o Kan uren blijven hangen. o Mazelen en tuberculose.  Vectoren: o Mechanische en biologische transmissie.

Ziekenhuisinfecties

Ziekenhuisinfectie oorzaken:  Micro-organisms in hospital environment.  Compromised host.  Chain of transmission.  Nosocomial infection.Ziekenhuisinfecties in Nederland:

 Slijmvliezen in de longen, maar ook vermeerdering van het virus in de darmen. Infectie van de bovenste en onderste luchtwegen mogelijk. Lokale symptomen: Rhinitis, hoesten en keelpijn Systemische symptomen: Koorts, hoofdpijn, spierpijn en lethargie. Complicatie → bacteriële superinfectie.Influenza variatie. Antigenic shift: Uitruil van RNA segmenten. Antigenic drift: Mutaties binnen RNA segmenten.Griepvaccin. Jaarlijkse wereldwijde surveillance (WHO). Jaarlijks herhalen vanwege antigenic drift en vermindering van immuniteit.Vaccins: Geïnactiveerd vaccin van H en N virale eiwitten (subcutaan en intramusculair). Neusspray bevat een levend verzwakt virus.Spaanse griep (1918): Verklaring voor de virulentie en leeftijds-tropisme door overmatige immuunresponse op cytokinestorm. 40 miljoen mensen, wereldwijd, overlijden binnen één jaar. Hoogste mortaliteit was onder jong volwassenen.Mexicaanse griep: In 2009 met H1N1.Transmissieroutes van influenza virussen: Er zijn laag pathogene en hoog pathogene influenzavirussen. Paarden bevattelijk voor H3N8 H7N7. Varkens H1N1 en H3N2. Zeehonden H7N7 en H4N5. Vogels H6N2, H6N8. Pluimvee H7N1, H7N3, H5N1.

Ebola

Ebola: Virale hemorragische koorts, behoort tot Filoviridae.  Complexe vormen → U-, zes of circulair.  In 1967 kwam in Duitsland het Marburg virus, later was er een ontdekking in 1976 van het Lassa en Ebola virus.Ebola in Congo.  Meerdere uitbraken sinds 2017, waarbij er meer dan 2000 doden zijn.  Vaccins en mAb (monoclonale antilichamen) zijn beschikbaar.  Het gebied is in een actief conflict.Ebola virus.  Natuurlijk reservoir → vleermuis?  Overdracht via lichaamsvloeistoffen van geïnfecteerde organismen.

 Symptomen: o Hoofdpijn, spier- en gewrichtsklachten, koorts en moeheid. o Gevolgd door interne bloedingen, deze bloedingen zijn het meest besmettelijk. o Hoge mortaliteit (>50%), meeste gaan vaak al dood na 8 dagen na infectie. o Direct lichamelijk contact met een patiënt, lichaamsvloeistoffen of door het slachten en opeten van een ziek dier.

SARS-CoV-

SARS-CoV-2 receptor: ACE2 met co-receptor TMPRSS2.Pathogenese.  ACE2 breed verspreid in lichaam.  Beide in neus epitheel en luchtwegen.Ziektebeeld:  Mild in meesten.  Soms te sterke immuunrespons door snelle replicatie → “Cytokine storm”.ARDS: Acute respiratory distress syndrome.  Ernstige ontsteking in de longen, vochtophoping → beademing.  Voornaamste doodsoorzaak.Veelsporen beleid beperking aantal slachtoffers:  Sequentie virus RNA snel beschikbaar gemaakt.  Melding (registratie) van aantallen besmettingen.  Internationale samenwerking.  Beschikbaarheid geografische data.  Voorlichting (over hygiëne maatregelen).  Quarantaine.  Opschaling capaciteit ziekenhuizen.  Snelle verspreiding diagnostische tools.  Research: o Pathogenese. o Testen (goedgekeurde) geneesmiddelen. o Vaccinonderzoek. o Epidemiologie (serologische screening bloeddonoren). o Stabiliteit virus. o Transmissie.

HIV

 Kan factoren noemen waarmee HIV het immuunsysteem omzeilt.

Antilichaam-antigeen interactie

 Kan de functies van antilichaam-antigeen interactie reproduceren. Kan toepassingen noemen van specifieke antilichaam-antigeeninteracties in diagnostiek.

Immuniteit opbouw

 Kan passieve en actieve immunisatie onderscheiden. Kan verschillende types vaccins onderscheiden en hun eigenschappen benoemen.

Studietaak 5 – Microbiële

pathogenese

Theorie

Leerdoelen

Samenvatting

Samenvatting Microbiologie - Studietaak 1 – Introductie microbiologie en algemene bacteriologie - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Catherine Tremblay

Last Updated:

Views: 6690

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 82% of readers found this page helpful

Author information

Name: Catherine Tremblay

Birthday: 1999-09-23

Address: Suite 461 73643 Sherril Loaf, Dickinsonland, AZ 47941-2379

Phone: +2678139151039

Job: International Administration Supervisor

Hobby: Dowsing, Snowboarding, Rowing, Beekeeping, Calligraphy, Shooting, Air sports

Introduction: My name is Catherine Tremblay, I am a precious, perfect, tasty, enthusiastic, inexpensive, vast, kind person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.